Zorg altijd voor een goede bandenspanning en controleer deze met enig regelmaat, zeker wanneer je een langere toertocht maakt.
Gevolgen van een te lage bandendruk zijn onder andere een slechtere wegligging en besturing van de motorfiets. Daarnaast heb je een mindere werking van de vering en demping en een toename in het benzineverbruik. Dat merk je meestal door onjuiste manoeuvres in bochten en onvoldoende capaciteit om het gewicht om de motorfiets goed te ondersteunen (onjuiste tractie) Tot slot zal de band warmer worden dan er goed voor is, ontstaat er onregelmatige slijtage aan de rand waar de band in contact komt met de weg en komen er barstjes en scheurtjes in het rubber van het loopvlak en van de zijkant (wang) |
Voor ieder motorfiets, bandenmerk, rijstijl en gewicht is de bandenspanning natuurlijk anders maar een “safe” en algemeen voor weggebruik ezelsbruggetje is 2,4 voor en 2,8 achter. Voor off-road rijden gaat dit helaas niet op en liggen deze waarden anders, afhankelijk van het terrein en de bandenkeuze
|
Voor de juiste bandenspanning raadpleeg je natuurlijk de documentatie van je motorfiets. Mocht je die niet meer hebben dan staat vaak de juiste bandenspanning ook met een plaatje aangegeven op je motorfiets. Dit kan in verschillende waardes worden aangegeven (KPa /Bar / PSi). Hiernaast vindt je de omrekentabel. Natuurlijk is het goed om de documentatie van jouw motorfiets en/of banden te raadplegen voor de geadviseerde bandenspanning, maar schroom niet om hier iets boven of onder te gaan zitten, om zo voor jou de meest prettige configuratie te ontdekken. Motorrijden is en blijft tenslotte een persoonlijke ervaring. Natuurlijk is het goed om de documentatie van jouw motorfiets en/of banden te raadplegen voor de geadviseerde bandenspanning, maar schroom niet om hier iets boven of onder te gaan zitten, om zo voor jou de meest prettige configuratie te ontdekken. Motorrijden is en blijft tenslotte een persoonlijke ervaring. |